Al in 788 wordt een aan de heilige Martinus gewijde kerk genoemd in een Fuldaars document. Destijds was de kerk in bezit van de hier gevestigde adelsfamilie van Otakar.
In 1348 behoorde zij als parochiekerk tot de Wackernheimer kerkelijke gemeente. Halverwege de 16e eeuw werd op initiatief van de Palatijnse keurvorsten aanvankelijk de lutherse en daarna de gereformeerde geloofsbelijdenis ingevoerd. Bij de kerkscheuring viel het in de Dertigjarige Oorlog zwaar beschadigde godshuis aan de Gereformeerden, die de grootste groep van de inwoners vormden. Op de fundamenten van het voorgangergebouw werd tussen 1752 en 1756 de huidige kerk met de tweelaags torenspits gebouwd. De Domproos van Mainz was als tiendheer verplicht om bij te dragen aan de bouwkosten. Van de toenmalige binneninrichting is nog de galerij bewaard gebleven. In 1838 werd de trap in de Kirchstraße gebouwd om de toegang tot de hoger gelegen kerk te vergemakkelijken. De hoge kerkhofmuur in het noorden verving vanaf 1856 de tot dan toe onverharde lemen muur.
Overigens: De evangelische klok werd ook gebruikt voor het zogenaamde “politiegelui” om 4 uur, 11 uur en 13 uur. Hiervoor werd de klokkenluider uit de gemeentekas betaald. De gemeente nam bovendien de kosten van de klokkabels voor haar rekening.

