De begraafplaats (Mitte) aan de Georg-Scheuing-Straße werd geopend in 1836 en in 1910 en 1950 uitgebreid.
Uit de late 19e eeuw stammen het begraafplaatswachtershuis en een begraafplaatskruis van zandsteen met sokkel en fronton in gotische vormen.
De voormalige hoofdader leidt naar het zuiden naar een rode zandstenen pilaar met een groot standbeeld van Victoria van zink, een laatklassicistisch oorlogsmonument voor de slachtoffers van de Frans-Duitse Oorlog 1870/71.
In 1910 werd in het oostelijke gedeelte de begraafhal in neoclassicistische jeugdstijl opgericht met middelen van de van Kriekenschen stichting.
Op de Neder-Ingelheimer begraafplaats zijn grafstenen te vinden van uitmuntend lokaal en regionaal historische betekenis, zoals die van de familie Erlanger-Bernus (kruis van gepolijst zwart marmer), die van baron von Mengden (laatklassicistische rode zandstele met segmentfronton) en de representatieve smeedijzeren omheinde aanleg van de families de Roock, van Krieken en Emmerling.
